Online drughulpverlening in Europa

online drughulp europa

Online hulpverlening bij middelenmisbruik onderscheidt zich van puur informatieve websites rond drugs, omdat het naast informatie ook een gestructureerd online programma aanbiedt specifiek gericht op dit probleemgebied. Dergelijke programma’s hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken, maar ook een aantal verschillen.

De meeste programma’s hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze gebaseerd zijn op technieken uit de cognitieve gedragstherapie en de psychoeducatie.  Aan de deelnemers van de  programma’s wordt  meestal gevraagd om een online dagboek bij te houden, waarin ze hun gebruik en craving  registreren. Verder doorlopen ze een aantal modules onder de vorm van opdrachten. Deze opdrachten bestaan o.a. uit het formuleren van doelstellingen, het afwegen van voor- en nadelen, het leren herkennen van ‘risicosituaties’, het aanleren van  alternatieve gedragingen en het omgaan met herval.

De belangrijkste verschillen bestaan uit het al of niet aanwezig zijn van begeleiding door een hulpverlener, de communicatiemiddelen,  de beoogde doelgroepen, gratis of betalend deelnemen en de anonimiteit.  We zullen deze verschillen overlopen aan de hand van enkele concrete projecten rond online drughulpverlening in Europa (Tossman et al., 2009).

Zelfhulp versus begeleiding

Online programma’s zoals het Britse ‘Know Cannabis’ (www.knowcannabis.org.uk),  het Nederlandse ‘Minder Drinken’ (www.minderdrinken.nl) en ‘Hoeveel is te veel’ (www.hoeveelisteveel.be) zijn volledig geautomatiseerd. Deelnemers doorlopen het programma zonder tussenkomst van een hulpverlener. Ze ontvangen wel enige vorm van feedback via grafieken en tabellen, die informatie geven over het verloop van hun gebruik. In vergelijking met programma’s die online begeleiding bieden is het aantal drop-outs hoger en wordt  het programma doorgaans minder lang gevolgd dan vooropgesteld. Bij ‘Know Cannabis’ bijvoorbeeld is de duur 4 tot 6 weken. Deelnemers namen gemiddeld echter slechts 18 dagen deel. Toch toont onderzoek bij ‘Minder Drinken’ aan dat deze aanpak toch kan leiden tot een significante daling van het gebruik (Blankers et al.,2007).

Andere programma’s bieden naast het programma op zich, een systematische begeleiding door een professionele hulpverlener. Het gaat hier o.a. om:

Toch zijn deze programma’s niet identiek (zie verder).

online-hulpverlening

Wijze van communicatie

De communicatie tussen deelnemers en hulpverleners kan ‘synchroon’ of ‘asynchroon’ verlopen.

Bij synchrone communicatie wordt meestal gebruik gemaakt van een ‘one-to-one’ chat, waar rechtstreeks kan overlegd worden rond het verloop van het programma.  Dit is het geval bij Jellinek, waarbij er tijdens de behandeling 7 van deze gesprekken plaatsvinden. Bij het Duitse ‘Quit the shit’ is er enkel een ‘one-to-one’ chat voorzien bij de aanvang en bij het beëindigen van het programma. Tijdens het programma kunnen deelnemers gebruik maken van een groepschat met andere deelnemers en hulpverleners. Verder kunnen ze een hulpverlener via e-mail contacteren.

Bij asynchrone communicatie is er meestal een tijdsinterval tussen bericht en antwoord. Bij de Nederlandse Brijder stichting (‘Cannabis en drugs onder controle’) verloopt de communicatie via een ‘personal message board’. Een deelnemer zet daarbij een bericht online, een hulpverlener reageert hier op (meestal binnen 2 dagen), en vice versa.

Verder kunnen we nog melding maken van programma’s in Scandinavische landen , waar naast andere communicatiekanalen gebruikt gemaakt wordt van berichten verstuurd via SMS. Het gratis Deense ‘Smash’ programma bijvoorbeeld (www.smash.dk),  verstuurt cannabisgebruikers die willen minderen gedurende 32 dagen SMS boodschappen. Deze boodschappen bevatten aanwijzingen om gebruikers te helpen bij het formuleren van doelstellingen, om te gaan met craving en het analyseren van risicosituaties.

Een originele wijze van communicatie is terug te vinden op de Britse website ‘Talk to Frank’ (www.talktofrank.com). Op deze  Britse informatieve website kunnen bezoekers ‘Frank’ toevoegen aan de contactpersonen van hun Instant Messenger chat programma.  Frank (een computerprogramma, geen persoon) beantwoordt dan alle druggerelateerde vragen. Een gelijkaardig initiatief bestaat in Nederland. Een chattende robot geeft dag en nacht antwoord op vragen over alcohol, drugs en (veilig) vrijen (e-hulp, 2007). De robot heet Bzz en kan worden bereikt door bzzhatmetbzz.nl toe te voegen aan de vriendenlijst in Windows Live Messenger, oftewel MSN. Vragen die Bzz niet herkent, slaat hij op. Medewerkers van de Alcohol & Drugsinfolijn en de Aids Soa Infolijn voegen enige tijd later de juiste antwoorden toe. Daardoor groeit de kennis van de chatbot en kan deze op steeds meer vragen een passend antwoord geven. Volgens het Trimbos-instituut durven jongeren opener te zijn tegen een chatbot en meer persoonlijke dingen uit te spreken.

Doelgroepen, betaling en anonimiteit

Met vrij gelijkaardige programma’s worden verschillende doelgroepen bereikt. Programma’s gericht op cannabis of ‘‘partydrugs’’ richten zich doorgaans op een iets jonger publiek, dan deze gericht op problematische alcoholgebruikers.

Voor een groot gedeelte wordt de beoogde doelgroep echter ook meebepaald door de financiering. Programma’s die gefinancierd worden door de ziekteverzekering, zoals bij de meeste Nederlandse programma’s het geval is, stellen steeds een minimum leeftijd van 18 jaar voorop. Verder moeten deelnemers over een geldig verzekeringsnummer beschikken. Hoewel deze financiering belangrijke voordelen biedt, is er echter meestal ook een belangrijk nadeel. Deelnemers moeten hun anonimiteit opgeven. Dit verhoogt  de aanmeldingsdrempel aanzienlijk en maakt de hulp minder bereikbaar. Geautomatiseerde zelfhulpprogramma’s stellen daarentegen nooit restricties en zijn voor iedereen toegankelijk.

red-room

2 Replies to “Online drughulpverlening in Europa”

  1. Overzichtelijk artikel. Naar ik vernomen heb zijn er in de Scandinavische landen nog meerder interessante initiatieven i.v.m. online hulpverlening. Vooral in Finland zou men al ver staan op dit gebied. Ik vermoed omdat de enorme afstanden, vooral tijdens de wintermaanden, hen wel dwingen om hun toevlucht te nemen tot alternatieve vormen van communicatie.

    Met vriendelijke groeten

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *